De roodhemden van Garibaldi
Terugblik
Gisteravond ons laatste afscheidsetentje gehad met de lokale Steenuil-deskundige Riccardo. Het zit er weer op, het waren (ruim) twee fantastische maanden. En de weergoden deden in tegenstelling tot dit voorjaar goed hun best om het ons naar de zin te maken. Er waren weliswaar ook enkele noodweerdagen met overvloedige regenval ('waterbommen'), met nogal wat schade en vertwijfeling in de regio tot gevolg. Overstromingen, weggezakte wegen, geïsoleerde bewoners, dat werk. Te warm voor de tijd van het jaar, en soms wateroverlast; dat gebeurde met name in Ottobre pazzo veel te warm en toch zeer nat. In het algemeen dus wel pracht weer. Zo kon ik in september fietsen met temperaturen rond en boven de 30, en in oktober was dat nog altijd (dik) boven de 20. Nog steeds is het lekker toeven (vandaag graadje of 21). Bij elkaar heb ik deze periode circa 2750 kms weggetrapt, in het algemeen ook 'kwaliteitskilometers', gelet op het aantal hoogtemeters; dat waren er ruim 30.000. Ook met Mary-Anne samen wat tochtjes gemaakt en uiteraard i.h.a. voor een groot deel buiten geleefd. Nadeel: heel veel muggen, zeker bij ons in de tuin.
In deze periode waren er ook enkele aanprekende evenementen. Vanzelfsprekend denk ik in de eerste plaats terug aan het WK Wielrennen; geweldig om dat in het zeer wielerminded Toscane van zeer nabij - wat zeg ik? er midden in!- mee te beleven. Meest recent in het geheugen echter: het festival Comics & Games van het afgelopen lang weekend. Lucca-centrum beleefde een soort overstroming met de > 300.000 bezoekers in 4 dagen. De Muren en het centrum waren mudjemudjevol. Heel bijzonder: zeer relaxte sfeer, geen enkele wanklank. Zie ik in Olanda nog niet zo gauw gebeuren. Overigens had ik totaal geen idee wat er zoal door individuen en groepen werd uitgebeeld. Zo lagen er links en rechts in de bermen of andere 'strategische' locaties quasi-militairen quasi te schieten. Leuke hobby's hebben sommige mensen... Andere players zagen er heel wat minder agressief uit, waarvan bijgaand enkele voorbeelden.
Ook medefietsers Pete 'Ziddy' Zaitsev en Dario Trabucco werden aangestoken door de feestelijkheden. Foto is van bij de start van ons ritje d.d. 31/10 in de noordoostelijke heuvelen.
2750 kms gereden, dus. Dat lijkt heel wat, maar ik zag laatst een staatje dat inzicht biedt in het aantal door de wielerprofs afgelegde wedstrijdkilometers. Albert Timmer van Argos-Shimano staat op nr. 1, met 16.579 kilometer, bijeen getrapt in 97 wedstrijddagen. Onze vriend Voeckler staat 2 met 500 km achterstand. Heeft denk ik 3 wedstrijden minder gereden. Binnen de top-11 vinden we nog 3 Nederlanders terug. Jawel, onze jongens Trappen met Lust. Ik neem aan dat ze ook nog een beetje trainen. Reken maar uit. Kortom, waar hebben we het over met mijn schamele kilometertjes. Maar goed, ik ben geen wielrenner, ik hoef er zeker mijn geld niet mee te verdienen. Meer een enthousiast, of gepassioneerd fietser, die wielrennertje speelt, af en toe zelfs met enige verve. Met ongeschoren benen, de ultieme ontmaskering. Voor wat het waard is. Maar wel lid van Gaul! , genomineerd voor DE wielervereniging van het jaar
Op dinsdag heb ik als afronding van het fietsgedeelte nog maar eens het rondje Balbano-Pitoro gemaakt. Er zat onverwacht nog een PR op de Balbano-klim, daarna deed ik het heel rustig aan over de Pitoro, want nog even genieten van rust, uitzicht over olijfgaarden, moerassen en de zee; en van de volle zon. Lekkere haarspelden, niet te gek zwaar (al bepaalt de coureur zelf hoe zwaar het gaat zijn....). Met mijn PR werd ik overigens bij lange na nog geen KOM (King of the Mountain) ter plaatse. Da's maar goed ook, want zo'n positie kan je zo maar weer kwijt zijn, zoals de bekende coureur A.Hitler destijds overkwam.
Economie
Mary-Anne en ik hebben goed ons best gedaan de economie te steunen. Het zal lokaal hebben geholpen (omzet), voor Italië als geheel heeft het weinig zoden aan de dijk gezet. Met name de jeugdwerkeloosheid (> 40%) en de staatsschuld zijn torenhoog, en toegenomen sinds wij hier begin september neerstreken. Niettemin, hier rondlopend lijkt het of het wat beter gaat. Veel bouwactiviteit, alleen al in ons straatje worden momenteel 7 appartementen geheel gerenoveerd. En ook de bouwvallen op de Muren, waaronder de Casa del Boia. Voor 1825 was dit een van de plekken waar schutters de stad moesten beschermen tegen aanvallen van buiten. In de twee decennia erna was het de locatie waar de beul zijn werkzaamheden verrichtte. Er kwam ook een guillotine te staan, maar die werd nimmer in actie gesteld, en daarom in 1847 weer afgebroken. Vanaf dat jaar1847 (!) staat het pand al leeg en legt het te vervallen. Daar is nu dus een einde aan gekomen, na de voltooiing van de restauratie komt er een museum, gewijd aan de pelgrimsroute Via Francigena, een oude pelgrimsroute (voor het eerst beschreven in het jaar 990), ook wel bekend als de Weg naar Rome. Het is maar dat u het weet.
Mary-Anne poseert gedwee voor de Casa del Boia
Ondanks de belabberde economie is de jacht in Italië nog altijd een populaire sport. Het is nu weer het seizoen. Voor de jacht op Wilde zwijnen bijvoorbeeld. In de krant heb ik al diverse malen het verslag van weer een jachtongeluk in (ook) Toscane kunnen lezen. Zoals het verhaal hoe een groepje marmermagnaten op zwijnenjacht ging en de ene jager op zeker moment de ander voor een Wild zwijn aanzag, en -paff - plat die gozer. Weer een man minder, zou de heer Thom van Rossum zeggen, in dit geval een jachtman. Een andere keer was het nog straffer: een zeker gezelschap was op pad gegaan op de Houtsnippenjacht (de Wilde zwijnen gingen een beetje vervelen, kennelijk). U voelt hem aankomen: een van de jagers meende dat er ergens in de bosjes een Houtsnip opvloog, en - knal - weer raak, ook plat. Niet die snip, maar die maat van de schutter. Zo neemt het aantal jagers in Italië toch gestaag af, want van de onderkant schijnt er niet veel bij te komen. Ook een gevolg van de crisis, naar men zegt.
Grappige ontmoetingen
We hebben opnieuw weer vele leuke contacten gehad. Zoals op het terras van de bar van Julia (met wie we bijna dagelijks een eind weg kleppen en met wie ik recepten uitwissel). Een grappige ontmoeting met onverwachte wending was wel die met twee bouwvakkers. Eentje er van kenden we al van vorige bezoeken, maar zijn maat bleek net als wij goed bekend met Oddballs, een prachtverblijfplek in het hartje van de uiterst fascinerende Okavango-delta in Botswana. Zeer geanimeerd wisselden we ervaringen uit, m.n. wat betreft onze belevenissen met Krokodillen, Nijlpaarden, Leeuwen en ander lokaal gespuis. Ik zou zo wel terug willen....
Eerder had ik in het op de Passo Lucese nabij Gombitelli een leuke ontmoeting met een groep fietsers uit Nederland, de mannen van de Houtlijntrein. Met éen van hen had ik al eens mailcontact gehad, zij lieten zich voor hun trip deels inspireren door mijn blog. Een hele eer en ook erg leuk! Zie eerder blog en hun verslag van die dag.
Met de Houtlijntrein en Bart Dekker op de Passo Lucese
Cultuur
Wat betreft 'geestelijk voedsel' hebben we nog wel een en ander tot ons genomen. Veel schilderingen/fresco's in diverse kerken. Heel oud al, en heel prachtig, maar bij de 37e ten hemelopneming slaat het me wat klam uit de plunje.
Twee bijzondere gevallen:
1. De tentoonstelling in het Museo del Risorgimento (Palazzo Ducale), gewijd aan het leven van Giuseppe Garibaldi. Hij is een van DE belangrijke figuren in de wording van de Italiaanse staat (in de 19e eeuw). Zo werd hij een nationale held. Lees hier maar wat hij zoal met zijn gewapende broeders en zusters heeft verricht. Beroemd is ook zijn gade Anita (Ana Maria De Jesus Ribeiro), geboren Braziliaanse en aldaar op haar 18e ook erg revolutionair bezig. Zij volgde Garibaldi in 1848 naar Italië, maar een jaar later, samen op de vlucht voor de Fransen, stierf zij in de armen van haar geliefde, zwanger en ziek van de malaria.
Met zijn stervende vlam en medestrijder Anita in de armen
2. Met Dario en Genny bezochten we jl. zaterdag Pietrasanta, stadje met vele kunstenaars onder de inwoners. Lekker gegeten ook, maar de ontmoeting met de werken van Fernando Botero, de Columbiaanse schilder/beeldhouwer was eveneens indrukwekkend. Meneer houdt van ronde vormen. Het grappige is dat hij ook een fresco met zijn
kenmerkende wulpse vormen in een van de kerken heeft hangen: ‘De poort naar het
paradijs’
Mary-Anne en Genny in hartje Pietrasanta Poort naar het paradijs
Het zit er op, we lopen op het laatste gras, zoals Bart D. het zegt. Volgend jaar zitten we hier D.V. weer een poosje. Tot slot nog een leuk muziekje en, vooruit, nog een paar foto's.
Duizendpoten